Sheila Abma

Sheila Abma

logo
Verpleegkundige intensive care ASZ
voorjaar 2020

Op het moment van de corona-uitbraak werkte verpleegkundige Sheila Abma op de hartbewaking. ‘Er was al aangekondigd dat iedereen naar de intensive care zou worden teruggehaald als we zouden opschalen.’ Het ging in eerste instantie om 3 extra bedden, maar uiteindelijk ging het Albert Schweitzer Ziekenhuis van 16 naar 32 ic-bedden. ‘De eerste dagen kwamen er 1 à 2 nieuwe patiënten per dag binnen, maar daarna ging het echt heel hard. Iedere dag, ieder uur zelfs, was anders. De poliklinieken waren dicht en oud-collega’s kwamen terug, zelfs als ze al met pensioen waren.’

‘De mensen die we verzorgd hebben, zijn zo enorm ziek. Het is ook anders ziek dan ik gewend was, dan wij allemaal gewend waren. We hebben heel snel, heel veel geleerd.’ Sheila vond het lastig dat het soms bijna niet mogelijk was de zorg te bieden op de manier die ze het wilde. ‘Het was zo enorm druk! Je stapt dan zo’n kamer binnen, helemaal in pak, het is bloedheet en je komt soms vijf uur die kamer niet meer uit. Soms ben je zo druk bezig iemand stabiel te krijgen, dat je iemand die net weer een beetje aan het opknappen is maar weinig aandacht kunt geven. De intensive care is natuurlijk altijd een afdeling waar mensen terecht komen die heel erg ziek zijn, maar dit is echt een hele eenzame ziekte. Ik heb echt hele trieste dingen gezien, dat je dacht, dit moet gewoon niet mogen.’ Op dit soort momenten verlangt Sheila heel erg naar het contact dat normaal gesproken zo’n belangrijke plek heeft in haar werk. ‘Je hebt soms zo de neiging om even een arm om iemand heen te slaan, maar het mag echt niet.’

Voelde ze zich gesteund door alle aandacht die haar vak plotseling kreeg? ‘Het vreemde is dat het leek alsof mensen ineens beseften wat voor werk ik deed. In een keer was het zoveel in beeld. In het begin vond ik het best heel lastig. Al vrij snel gingen mensen klappen, maar ik dacht: we staan nog maar aan het begin. Aan de ene kant voel je je heel erg gesteund, maar aan de andere kant voelde ik me ook een soort verlegen, omdat we nog niet wisten wat er allemaal nog ging komen. Het is wel fijn dat je merkt dat mensen veel meer gaan inzien wat een intensive care is en dat er gesprekken zijn over of mensen een behandeling op de ic nog wel willen. Het is echt een heel zwaar traject, een opname en de revalidatie daarna. Natuurlijk krijgt iedereen de kans, maar het is goed om er van tevoren over na te denken.’

De recente versoepelingen vindt Sheila soms lastig. ‘Aan de ene kant snap ik het heel goed, ik denk ook wel dat we een beetje ruimte nodig hebben, maar je moet wel blijven nadenken. Soms is het gewoon te druk. Als je met z’n allen zo hard aan het werk bent om iemand in leven te houden, dan is het contrast soms wel heel groot.’ Het zijn volgens Sheila echt twee werelden. ‘Die wereld op die kamer op de ic en die wereld buiten met dat mooie zonnetje. Ik kan me goed voorstellen, dat als je alleen dat mooie zonnetje ziet, je geen idee hebt van die kamer op de ic. Dan is het toch een ver-van-je-bed-show.’