Pim Rijnsaard

Pim Rijnsaard

logo
Boa Dordrecht centrum
voorjaar 2020

‘Ik heb altijd in het bedrijfsleven gezeten. Drie jaar geleden ben ik via via bij de handhaving terecht gekomen. Sinds dag één heb ik het enorm naar m’n zin. Het is een heel mooi vak en het houdt veel meer in dan ik gedacht had.’ Voordat Pim Rijnsaard bij de handhaving ging werken, had hij ook vooroordelen over wat het werk inhoudt. ‘De meeste mensen denken dat het vooral het bekeuren van auto’s is, terwijl dat maar een heel klein gedeelte is van ons werk.’ Rijnsaard is werkzaam in de Dordtse binnenstad en geniet elke dag van het gevarieerde centrum. ‘Het is een leuke omgeving, de oude pandjes, de bruggen het water. Daarnaast heeft Dordrecht ook veel mooie evenementen. Ik vind het jammer dat veel dit jaar niet door kan gaan. Er stond van alles gepland: Dordt in stoom, muziekfestivals… die worden altijd goed bezocht.’

Rijnsaard is altijd nauw betrokken bij de organisatie van evenementen, maar zijn werk ziet er vanwege de coronacrisis nu anders uit. ‘Het is minder gevarieerd, ik ben eigenlijk vooral bezig, met het handhaven van de noodverordening.’ Dit is volgens Rijnsaard geen eenvoudige taak. ‘In het begin was de ernst van de situatie meteen tot iedereen doorgedrongen, het was heel stil op straat. Naarmate de situatie verbetert en de regels worden versoepeld, wordt handhaven steeds lastiger. Het duurt ook allemaal lang, dus mensen zijn het beu. Dat snap ik wel, want het normale leven mag opeens niet meer.’ Juist bij het versoepelen van maatregelen ontstaan volgens Rijnsaard problemen. ‘Bijvoorbeeld de markt die weer opengaat: er is eenrichtingsverkeer en de fiets mag niet mee. De meeste mensen hebben hier wel begrip voor, maar de 10 procent die geen begrip heeft, is meteen ook heel erg lastig, tot aan het agressieve toe. Met bekeuren zijn we wel zo terughoudend mogelijk, want het zijn hele hoge boetes en mensen hebben meteen een strafblad.’

‘Het vraagt wel wat van je, zeker in het begin was er spanning. We komen als eerste overal ter plaatse en verkeren in grote mensenmassa’s, dan heb je toch een verhoogde kans zelf ziek te worden.’ Echt bang was Rijnsaard niet, ‘maar het gaat wel meer door je hoofd. Je hebt thuis ook een gezin en je wilt niet iemand anders besmetten. Daarom ben ik wel voorzichtiger thuis. Ik kom toch vaker met mensen in aanraking. Wat dat betreft heeft de crisis wel invloed op je privéleven.’

Zeker in deze tijden moet je volgens Rijnsaard wel af en toe een dikke huid hebben. ‘Ik word regelmatig voor rotte vis uitgemaakt.’ Voelt hij zich veilig genoeg? ‘Ik ben er absoluut van overtuigd dat wij een wapenstok missen. Dat vond ik hiervoor al, maar je merkt nu dat je ‘m nog harder nodig hebt. De agressie is toegenomen. Het gaat vooral om het signaal, dat is vaak al voldoende.’ Volgens Rijnsaard is er echter ook meer begrip ontstaan voor handhavers. ‘Er is meer waardering en respect voor de handhaving gekomen door corona. Mensen zien je toch in andere situaties. Als andere mensen tekeergaan hoor je steeds vaker: “ik heb wél respect. Jullie doen meer dan auto’s bekeuren.” Ons werk gaan meestal niet over bonnen uitschrijven, maar over samen oplossingen bedenken, situaties verbeteren en mensen helpen. Juist door in gesprek te gaan laten we zien dat het vooroordeel dat mensen vaak hebben niet klopt.’