Willemijn en Sander Nobel

Willemijn en Sander Nobel

logo
Ondernemers Nobel's
voorjaar 2020

In de knusse woonkamer van de bakkerij van Nobel’s Dordrecht vertelt Willemijn Nobel over de aan de voet van de Grote Kerk gevestigde zaak. Ze vertelt enthousiast hoe zij samen met haar man Sander aan dit avontuur begon. ‘We wisten altijd wel dat we wilden ondernemen en ook dat we dat heel graag in Dordrecht wilden doen, omdat het gewoon een supermooie stad is waar ook nog heel veel mogelijk is.’

Willemijn is al lang verliefd op de stad en vooral op het historische karakter. De zaak aan de voet van de Grote Kerk kunnen openen in 2013 was een droom die uitkwam. ‘Aan de voet van de kerk hoort gewoon een bakker, zegt Willemijn, ‘naar het Franse idee, daar is deze zaak ook wel op geïnspireerd.’ Ze hoopt dat de Dordtenaren het bezoeken van de winkel echt als een uitje beschouwen. De prachtige locatie is een belangrijk onderdeel van hun marketing, het gaat echt om de beleving en het kunnen bijdragen aan iets unieks. ‘Niemand heeft op zondag ontbijt aan de deur, maar Dordrecht heeft dat wel. Als het mooi weer is hebben we een bankje buiten, maar ook op de stoepranden zitten mensen. En dan aan de voet van de kerk, dat is gewoon vakantie! Je hebt echt het idee dat je in Frankrijk zit.’

Mensen komen vooral naar Nobel’s voor het ontbijtje. Daarnaast bakken ze een krentenwegge op basis van rogge. Sander vertelt over de Dordtse geschiedenis van het brood. Een aantal jaren geleden stelt een Belgische vrouw de vraag: “heb je een roggeverdommeke voor me?” Sander, die geen idee heeft waar het over gaat, zoekt het op. ‘Het verhaal gaat dat een zekere Pieter Pot in de veertiende eeuw aan de Pottekade het meel aan wal haalde. Pot ontwikkelde zich tot een rijke koopman, maar hij was niet geliefd bij het stadsbestuur. Hij vertrok naar Antwerpen, waar zijn voorouders vandaan kwamen. Hier betaalde hij mee aan de bouw van de Sint-Salvator kapel, waarbij ook een aalmoezenhuis werd gevoegd. Elke woensdag deelde men hier brood uit aan de armen. Af en toe bakte Pot zelf een krokant roggenbroodje. Dit kreeg de naam roggeverdommeke, omdat het tijdens de feestdagen werd uitgedeeld aan mensen in de gevangenis. De krentenwegge, ofwel de roggeverdommeke, is daarmee dus eigenlijk een Dordts product!’

De herkomst van de producten vinden beide ondernemers erg belangrijk. Ze gebruiken het liefst lokale producten, al blijft de smaak natuurlijk het belangrijkst. Zo proberen ze Dordrecht nog mooier te maken. ‘Bijvoorbeeld door het organiseren van ontbijtjes aan de haven, hier in de straat, in het park en zelfs op de Grote Kerk zorgen we ervoor dat mooie en iconische plekken nog meer uitgelicht worden.’ Als ondernemer kun je het verschil maken in de stad. De Grote Kerk is door sommige kinderen zelfs al omgedoopt tot ‘Nobel-kerk’!

[tijdens de coronacrisis spreken we Willemijn Nobel opnieuw]

‘Het gaat zakelijk gezien echt super goed! Tien weken geleden, toen de maatregelen werden getroffen, is het restaurantje bij ons dichtgegaan. De omzet die we daar gebruikelijk vandaan haalden, is ruimschoots gecompenseerd door mensen die thuis werken en toch even een ommetje willen maken om koffie te halen, een croissantje te eten of lunch mee te nemen. We zijn echt overrompeld door de drukte in de winkel!’ vertelt Willemijn enthousiast. ‘In de winkel zelf hadden we heel veel “to go-bestellingen”, maar de grootste aantrekker waren de bezorgontbijtjes.’

Het bezorgen van ontbijtjes doet Nobel’s Brood al zeven jaar lang. ‘Dat waren er altijd ongeveer 20 per dag en in het weekend 40, maar nu zijn het er elke dag minstens 50 en in het weekend tikken we er gewoon 100 aan. Met de feestdagen hadden we zomaar 700 ontbijtjes in een weekend! We zijn dus keihard aan het werk en hebben zelfs nieuwe investeringen gedaan om aan de vraag te kunnen voldoen.’ Dit succes hadden Willemijn en Sander niet voorzien. Hoewel ze eerder hadden besloten meer achter de schermen te werken, moest er nu weer keihard gewerkt worden om alles in goede banen te leiden. ‘Ik werk vaak van 4 uur ’s ochtends tot tot 8 uur ’s ochtends’, vertelt Willemijn, ‘en Sander dan van half 9 tot 7 uur. De kinderen waren natuurlijk ook thuis, maar we hebben het zelf opgevangen. Dat is allemaal super goed gegaan.’

‘In principe hebben we niets anders gedaan dan dat we altijd al deden. Bezorgen deden we al, dus we hoefden niet meer uit te vinden hoe dat logistiek in elkaar steekt. We hebben geluk gehad, er zijn een hoop zaken die andere dingen moesten verzinnen om het hoofd boven water te houden.’ Wat verklaart het enorme succes? ‘Mensen doen heel veel cadeautjes aan elkaar. Ze willen elkaar een hart onder de riem steken, omdat ze elkaar missen. Bijvoorbeeld een ontbijtje voor opa en oma, of als verjaardagscadeautje, omdat je geen bezoek kunt ontvangen. De ontbijtjes zijn een perfect product voor dit moment!’

‘Als het zo door gaat, maken we er misschien een aparte zaak van. Het is zo groot aan het worden, dat het bijna niet meer in Nobel’s Brood past.’ Volgens Willemijn is het nu belangrijk het vuur heet te houden. ‘Aan ons de taak om dit op een ludieke manier te doen. We zijn goed in het bedenken van evenementen om dit soort dingen goed in de markt te krijgen. Bijvoorbeeld het pinksterontbijt, dat is normaal voor 1000 mensen, maar nu gaan we de ontbijtjes thuisbezorgen. Het is alsnog voor het goede doel, dus als je een ontbijtje koopt voor twee personen, dan zorgen wij ervoor dat er ook twee personen in een verzorgingstehuis een tasje aan de deur krijgen met een ontbijtje. Door met z’n allen in te loggen op Zoom, hopen we ook nog samen te kunnen ontbijten. Op die manier blijf je reuring houden.’

Het restaurantje mist Willemijn soms wel. ‘Mooie koffie in porselein serveren in plaats van een "to go"-beker vind ik zelf harstikke leuk.’ Toch is Willemijn optimistisch over deze periode. ‘De mensen die langskomen hebben alle tijd, ze zijn heel ontspannen. Het is nu gewoon even het uitje van de dag om in de rij bij de bakker te staan. Aan de voet van de kerk, heerlijk in de zon.’