Eric van Thiel

Eric van Thiel

logo
Longarts Albert Schweitzer Ziekenhuis
voorjaar 2020

‘Er veranderde heel veel. Ik ben longarts en houd me normaal vooral bezig met de behandeling van longkanker,’ vertelt Eric van Thiel. Toen corona uitbrak, stopte dat volledig. Een beetje zoals het ook in de maatschappij ging. Alles stond stil en de focus lag in een keer op corona. Dat hadden wij ook, maar dan in extremere mate.’ Van Thiel vertelt dat het ziekenhuis ging werken met een soort commandostructuur. Hij nam zelf ook deel in de commissie die verantwoordelijk was voor alle dagelijkse beslissingen. ‘Normaal is er veel inspraak, maar in dit geval, bij een soort ramp, moeten we gewoon snel besluiten kunnen nemen. Het helpt dat je één gezamenlijk doel hebt. We moeten de regio door de epidemie slepen en dat is het. Het was wat dat betreft heel overzichtelijk.’

Van Thiel vertelt dat meer dan de helft van het ziekenhuis een ‘corona-afdeling’ was geworden. ‘Het was spannend, maar we konden het allemaal nog wel opvangen. Als de gevallen niet waren afgevlakt, dan waren we zeker overstroomd. We hebben ook gewoon geluk gehad.’ Waren de werkdagen drukker dan ooit? ‘Nee, dat niet’, stelt van Thiel, ‘wel lang en intensief. Sommige dingen waren juist veel rustiger. Niemand durfde meer naar het ziekenhuis, dus andere dingen vielen gewoon stil. Het was druk vanwege de onzekerheid, het was druk omdat het lang duurde en het was druk omdat je je, zeker in het begin, zorgen maakte om je eigen gezondheid, de gezondheid van je collega’s en de gezondheid van het thuisfront.’

Over het besmettingsgevaar bestond veel onduidelijkheid. ‘Ik weet nog goed dat ik in het begin dacht: ik ga in een of ander maanpak, met zuurstoftank, een patiënt zien, maar dat was helemaal niet het geval. Het was gewoon een schort en een maskertje. En dat bleek ook voldoende te zijn, maar het was in het begin best wel spannend.’ Dit had ook invloed op het dagelijks leven van Van Thiel. ‘In het begin heb ik me ook echt wel geïsoleerd. Ik deed niet de boodschappen en ging niet bij m’n ouders langs. Dat heb ik allemaal even bevroren.’ Dit was volgens van Thiel best lastig. ‘Normaal gesproken is er ontspanning als je thuis bent. Dat miste ik wel.’ Toch was dit niet het ergste. ‘Het onzekere vond ik spannender in het begin. De onzekerheid qua gezondheid en je omgeving, de besmettelijkheid. Daar lag ik ’s nachts wel van wakker. Ik lag er niet wakker van dat ik niet naar een restaurant kon.’

Van Thiel is wel bezorgd dat het aantal besmettingen weer zal toenemen. ‘En dat die ongelofelijke bereidheid die er in het begin was om alles te laten vallen er dan niet meer is.’ Hij ziet ook positieve ontwikkelingen. ‘Het hebben van een gezamenlijk doel is voor mij wel echt een eyeopener. Als je dan ziet in wat voor flow je samen kunt zitten, dat vond ik echt inspirerend om te zien. Het was bijzonder hoe iedereen reageerde en hoeveel er werd samengewerkt. Ik heb wel het idee dat daar dingen van blijven hangen.’