Heleen Mol

Heleen Mol

logo
Koffiedame bij de Essenhof
voorjaar 2020

‘Oorspronkelijk werkte ik in de koffiekamer, het cateringwerk. Dat deed ik zo’n drie dagen per week.’ Momenteel ziet het werk van Heleen Mol, koffiedame bij de Essenhof, er heel anders uit. ‘De catering stopte natuurlijk als eerste door de coronacrisis. Toen zijn we gaan nadenken wat we nu allemaal kunnen doen. Zo hadden we tijd om de koffiekamer weer mooi te maken en kleine veranderingen aan te brengen.’ Hier bleef het niet bij. Heleen deed de afgelopen maanden van alles, van administratief werk tot schoffelen. ‘Ik ben er zelf eigenlijk heel positief over. Doordat de catering wegviel, zijn er voor mij ook leuke dingen op mijn pad gekomen. Ik heb bijvoorbeeld veel meer inzicht gekregen in het dossierwerk. Bovendien leer je elkaar beter kennen, waardoor je meer begrip krijgt voor elkaars werk.’

Door corona waren er meer uitvaarten. ‘Zo’n 8 à 10 per dag, ongeveer een derde was door corona. Er is wel een piek geweest, dat de dagen echt vol zaten. Toen de intensive care-aantallen omhooggingen, hadden we wel zoiets van “wat gaat er op ons afkomen?” Er werd een aparte koelcontainer neergezet, zodat de corona-overledenen niet het gebouw in hoefden. Ze hebben ook een rij met graven opengelegd voor als het echt heel vol zou worden. In het buitenland zag je natuurlijk hele heftige dingen. Gelukkig zijn deze graven niet nodig geweest.’

Ook de diensten zagen er anders uit. ‘Die waren kleinschaliger, er waren nooit meer dan dertig mensen in de aula. En na de dienst gelijk naar buiten.’ Heleen denkt dat veel mensen het koffiemoment wel missen. ‘Dan hebben ze alles achter de rug en ben ik de laatste schakel voordat ze naar huis gaan. Als je ervoor zorgt dat je de mensen op de juiste manier benadert, gaan ze met een prettig gevoel van het afscheid naar huis. Daarom is het ook zo fijn om in de koffiekamer te werken.’ Dit contact is nu weggevallen. ‘Maar er kwam wel een taak bij, waardoor ik juist weer heel close was met de familie: de uitgifte van de as van overledenen aan de familie. Dat was enige tijd niet mogelijk, dus er is veel werk. Ik vind het heel mooi om te doen. Soms is het zwaar, soms is het mooi, maar het zijn altijd hele persoonlijke gespreken met vaak bijzondere verhalen. Dat had ik nooit meegemaakt als ik nog steeds in de koffiekamer nodig was geweest.’ Het werken in de koffiekamer vindt Heleen nog steeds mooi werk, ‘maar als ik die andere dingen er een beetje bij mag doen…’

Inmiddels zijn er versoepelingen aangekondigd en mag ook de catering weer. ‘We moesten wel nadenken hoe we dit gaan doen, we willen immers geen besmettingshaard vormen doordat we te veel in contact komen met mensen.’ De versoepelingen zijn volgens Heleen wel noodzakelijk voor de economie. ‘Maar het is belangrijk dat mensen de anderhalve meter in acht nemen en niet ergens heen gaan als dat niet hoeft. Zelf ga ik deze zomer ook niet weg. Waarom zou ik het opzoeken? Ik ga gewoon op vakantie in Dordrecht. Ik heb een B&B voor twee nachtjes geboekt, in het centrum. Ik heb nog nooit de toren beklommen, dus dat ga ik een keer doen. Genoeg te doen hoor, in Dordrecht!’