Marcel Spijkers

Marcel Spijkers

logo
Voorzitter hockeyclub DMHC
voorjaar 2020

‘In mei hebben we samen met de gemeente een protocol opgesteld aan de hand van de richtlijnen die we vanuit de hockeybond hebben gekregen. We moeten het stapje voor stapje doen’, vertelt Marcel Spijkers, voorzitter van hockeyclub DMHC. ‘We zijn begonnen met de jongste jeugd, omdat afstand daar niet nodig was. De tweede stap was ervoor zorgen dat de jeugd van 13 t/m 18 weer kon trainen. De anderhalve meter moest hier wel in acht genomen worden, dus moesten we andere oefeningen verzinnen.’ Trainingstijden zijn verkort en er mag slechts een team per keer op het veld. Bovendien is er een coronacoördinator die kijkt of alles goed verloopt. ‘Je mag dus niet op de club blijven als je er niets te zoeken hebt. Je komt het veld op, je speelt, je gaat eraf en dan is het weer wegwezen.’

Volgens Spijkers gaat het goed, al reageren mensen soms een beetje lacherig. ‘Het lijkt natuurlijk ook paradoxaal. Aan de ene kant zeggen we dat het werkt als we ons met elkaar aan de regels houden. Aan de andere kant, als je het veld afloopt en op de fiets stapt, moet je uitkijken dat je in het centrum van Dordrecht niet terecht komt in een groepje van 12 man. Het voelt soms een beetje tegenstrijdig. Nu 1 juni de scholen en de horeca weer open gaan is er de vraag of wij ook niet iets losser kunnen acteren.’

‘Ondertussen denken we wel na over een goede afsluiting van het seizoen, al is het een hele rare afsluiting. We willen toch nog een keer de tent voltrekken, zodat we het wel een beetje leuk kunnen afsluiten.’ Hoe ziet dit eruit volgens Spijkers? ‘Er moet voor iedereen wat zijn. Voor de jeugd bijvoorbeeld schminken, een springkussen, wat mij betreft een goochelaar en voor iedereen die ouder is toch een klein feestje misschien. We moeten creatief zijn. We kunnen natuurlijk ook iets op het veld organiseren, met een groot zeil en een paar statafels. Het is belangrijk dat er weer reuring in de tent komt.’ Spijkers hoopt zo het clubgevoel weer een beetje terug te krijgen. ‘Wat ik mis, is gewoon om in actie te zijn. Het werk vindt nu vooral plaats achter de schermen, kijken of het allemaal wel coronaproof is. We willen graag dat er gewoon weer gezelligheid is op de club, dat we kinderen weer zien lachen bij de wedstrijden.’

Nu alles weer een beetje op gang komt, hoopt Spijkers zo lang mogelijk door te kunnen trainen. ‘Misschien ook nog wel de eerste twee weken van juli. Veel mensen blijven wellicht toch thuis deze zomer.’ Bovendien hoopt hij vanaf augustus ook weer te kunnen warmdraaien voor de competitie die in september weer begint. ‘We zetten zoveel mogelijk in de stijgers en zodra we groen licht krijgen, dan gaan we.’