Manuela Blonk

Manuela Blonk

logo
Kraamverzorger bij kraamzorg De Waarden regio Drechtsteden
voorjaar 2020

‘Op een zondag in april zou ik beginnen bij een nieuw gezin. Wel werd vermeld dat de kraamvrouw besmet was met corona. Dan word je ineens heel erg angstig’, vertelt Manuela Blonk. ‘Al die tijd is het nog een beetje een ver-van-je-bed-show, je volgt het nieuws op de radio en tv en dat is allemaal best deprimerend. Mijn eerste gedachte was: “ojee, corona, aan de beademing op de IC en misschien wel doodgaan.” Mijn partner en kinderen hadden ook zoiets van “kun je niet weigeren?” Die gedachte is niet echt in mij opgekomen, ik moest dit “gewoon” gaan doen.’ Manuela hoorde om zich heen nog wel eens de vraag: “kraamzorg, is dat nu wel belangrijk?” ‘Dan komt er toch een soort oergevoel naar boven: kraamzorg is wél belangrijk en juist nu.’

De zaterdag ervoor trof Manuela met samen met haar teamcoach de voorbereidingen. ‘Een doos met beschermende middelen, het schort, de bril, de mondkapjes, noem het maar op. Het protocol heb ik die avond nog een aantal keer doorgelezen. Omdat het allemaal nieuw is, roept het meteen veel praktische vragen op. Gelukkig kon ik mijn teamcoach altijd bellen, ik was in de regio Drechtsteden de eerste in deze uitzonderlijke situatie. Uiteindelijk kun je je nog zo goed voorbereiden, maar op het moment zelf heb je toch een beetje een steen in je maag van “ja, dan ga ik maar…”’

’Toen ik zondag aankwam heb ik ook tegen meneer gezegd: “ik weet het ook niet, het is voor mij ook allemaal nieuw.” Dat brak al meteen iets.’ De gang in het huis fungeerde als sluis waar Manuela zich omkleedde voordat ze naar boven ging. ‘Toen ik bij mevrouw op de kamer kwam, bleek dat zij door de corona heel erg doof was geworden. Dat was met een mondkapje lastig communiceren, want ze had helemaal niet in de gaten dat ik tegen haar praatte. Daar moesten we gelijk wel om lachen, dus het ijs was vrij snel gebroken. Door het ademen in het mondkapje besloeg bovendien mijn veiligheidsbril. Zij doof ik blind, dat wordt leuk hier’, vertelt Manuela lachend.

Na drie uur moest Manuela verplicht even naar beneden om tot rust te komen. ‘Dat voelde wel een beetje onwennig. Als kraamzorg ben je gewend om wel 100 keer naar boven en beneden te lopen.’ De zorg was een stuk intensiever. ‘Vooral het contact maken is moeilijk, omdat er letterlijk en figuurlijk iets tussen staat. De bril, het mondkapje… het is lastiger, terwijl dat intieme contact in de kraamweek juist zo fijn is. Het is allemaal heel heftig voor de kraamvrouw. Je merkt dat als ze zo verdrietig is, je toch even haar hand beetpakt. Dat is gewoon nodig.’ Voor Manuela benadrukt dit des te meer hoe waardevol de kraamzorg is, juist nu. ‘Dat je toch, ondanks al die beschermende middelen, een vrouw de troost en steun kan bieden die ze heel hard nodig heeft. Die stofzuiger en de beschuit met muisjes, dat is niet de kraamzorg. Het is juist de vrouw geruststellen, zeggen dat ze het goed doet en dat het goed komt.’